De westerse wereld heeft van nature weinig jodium in het eten en daardoor heeft er altijd een jodiumtekort op de loer gelegen bij de westerse bevolking. En jodium is nou juist heel belangrijk want het is nodig voor het goed functioneren van je schildklier, het stimuleert de schildklierhormonen die weer nodig zijn voor een goede spijsvertering. Bij een tekort aan jodium kun je een vertraagde schildklier krijgen, wat weer kan duiden op verschijnselen als moeheid, snel koud, somberheid en droge haren en huid.

Vanuit de overheid is dat al vanaf de Tweede Wereldoorlog opgelost door jodium aan tafelzout en brood toe te laten voegen, zodat de Nederlander toch aan zijn dagelijkse portie jodium zou komen. Maar wat als we geen brood en tafelzout meer eten, waar halen we dan de jodium vandaan?

Nou zijn er twee belangrijke bronnen waar we jodium uit kunnen halen:

Waterplanten, zoals zeewier, kelp, algen en zeekraal. Vooral de Aziatische keukens maken natuurlijk veel gebruik van algen en zeewier, denk maar aan sushi.

Vis, vooral zeewolf bevat redelijk veel jodium gevolgd door zalm.

Mocht je echt een serieus jodium tekort hebben, dan zou je eerder jodium suppletie kunnen gebruiken. In overleg met een natuurvoedingsdeskundige of therapeut kun je kijken wat voor jou het beste werkt.

Ter inspiratie nog een heerlijk recept met Zoete aardappel, Kabeljouw en Zeekraal: